
Op een ochtend waren de bewakers verdwenen – alleen blaffende honden en stilte. Toen kwamen de Amerikanen.

In het voorjaar van 1945 bereikten Amerikaanse troepen de Walpersberg. Ze troffen een gigantisch, onafgemaakt bewapeningsproject aan en begonnen onmiddellijk met documenteren – om de technologische geheimen van het Derde Rijk te kennen vóór de Sovjetlegers arriveerden.
Terwijl de oorlog nog woedde, bereidden de geallieerden het onderzoek naar de Duitse oorlogsindustrie voor. In 1944 ontstond het Combined Intelligence Objectives Sub‑Committee (CIOS), een speciale eenheid die fabrieken, laboratoria en onderzoekscentra moest lokaliseren en analyseren.
Het doel: de militair-technische voorsprong van het Duitse Rijk begrijpen, veiligstellen en na de oorlog benutten.
Het CIOS stelde hiervoor „zwarte” en „grijze” lijsten op met de belangrijkste objecten. Daaronder bevond zich de ondergrondse vliegtuigfabriek REIMAHG op de Walpersberg, codenaam „Lachs”.
Tot aan de ontbinding in de zomer van 1945 onderzochten CIOS-teams meer dan 3.000 installaties – van raketfabrieken en brandstofinstallaties tot vliegtuighangars.
Na de inname van Kahla betrad een CIOS-team het Walpersberg-terrein. Het legde de bouwtoestand, hallen en restmaterialen vast.
Productieleider dr. Helmut Steinmann werd verhoord. Hij beschreef structuur, organisatie en problemen van het project en gaf Gauleiter Fritz Sauckel de schuld van vertragingen.
Ook vertegenwoordigers van Dyckerhoff & Widmann, verantwoordelijk voor de tunnelbouw, legden verklaringen af.
Team 163 maakte technische schetsen en kaarten. Zwarte lijnen gaven de werkelijk gedreven tunnels aan, grijze de oorspronkelijke plannen – zo werd duidelijk hoe ver het werk in 1945 gevorderd was.
Fotografen van de US Army Air Forces legden de toestand van de fabriek in honderden opnames vast. Een beroemde foto toont de romp van een Messerschmitt Me 262 in bunker 0 – symbool van de poging om hightech-wapens ondergronds te bouwen.
De foto’s, vandaag bewaard in de National Archives in Washington (NARA), tonen verlaten hallen, machines en onafgebouwde vliegtuigen. Ze vormen het visuele geheugen van de Walpersberg vlak na de bevrijding.
Vanaf de zomer van 1945 verdeelden de geallieerden de CIOS-taken: in de Britse zone nam het BIOS (British Intelligence Objectives Sub‑Committee) over, in de Amerikaanse zone het FIAT (Field Information Agency, Technical).
Beide zetten de analyse van Duitse technologie voort. Onder FIAT ontstond later de Joint Intelligence Objectives Agency (JIOA), die ook wetenschappers verhoorde. De zogenaamde interrogation reports legden de kennis van de Duitse industrie vast en beïnvloedden de techniek van de naoorlogse tijd.
Voor de dwangarbeiders op de Walpersberg kwam de bevrijding onverwacht. Veel bewakers sloegen op de vlucht voordat de Amerikanen arriveerden.
Wat volgde was tegelijk chaos en opluchting. Mensen zochten naar vermiste familieleden en probeerden naar hun thuislanden terug te keren. Voor velen begon met de bevrijding een lange weg terug naar het leven.
De originele CIOS-rapporten en foto’s zijn tegenwoordig toegankelijk in internationale archieven:
Deze bronnen vormen de basis van het huidige onderzoek. Ze tonen niet alleen de technische analyse, maar ook de menselijke lotgevallen rond deze plek.
Enkele weken na het Amerikaanse onderzoek veranderde de situatie volledig: in juni 1945 droegen de VS het gebied over aan het Rode Leger, waarna een nieuwe fase van gebruik en vernietiging begon.
Sovjet-eenheden namen de ondergrondse installaties vrijwel onbeschadigd over. Machines, vliegtuigonderdelen en documenten lagen nog in de tunnels. In de maanden daarna bliezen genie-eenheden ingangen en bunkers op, terwijl specialisten de overgebleven techniek en dossiers veiligstelden.
Tot 1948 bleef het terrein onder Sovjetcontrole. Daarna werd het gedemilitariseerd en deels opgevuld. Voor de regio betekende dat een volledig afgesloten berg, die pas decennia later weer toegankelijk en onderzoekbaar werd.
Wat in 1944 begon als geheime vliegtuigfabriek, werd in 1945 een plaats van onthulling. Het werk van de geallieerden legde de volle omvang van het project bloot en bewaarde een uniek getuigenis van de industriële waanzin van de oorlog.
Tegenwoordig herinnert de Walpersberg aan technologische overmoed, aan de slachtoffers van dwangarbeid en aan het belang van de geallieerde bevrijding.